Een mooi fris uiterlijk, een snelle groei, wintergroen: de gele leylandii biedt bijna alleen maar voordelen. Als een echte schubconifeer laat hij zich ook eenvoudig in een mooie, strakke haagvorm snoeien.

Haagplanten met geelgroen gebladerte geven de tuin vaak een wat frissere uitstraling. De gele leylandii (Cupressocyparis leylandii 'Castlewellan Gold') doet dat het hele jaar door, want deze coniferen zijn groenblijvende haagplanten. Ze zijn populair bij tuiniers die binnen korte tijd wat meer privacy in de tuin willen creëren, omdat ze wel een halve meter per jaar kunnen groeien. Dat is niet zo snel als de groene leylandii, maar daarmee is het onderhoud ook wat eenvoudiger. Als je met deze exemplaren in pot van 1,25 tot 1,50 meter begint, laat een privacyhaag niet meer dan een à twee jaar op zich wachten.

Je geeft de gele leylandii het beste een plek in de zon. Daar komt de kleur van zijn gebladerte het beste tot zijn recht en vallen de goudgele scheuten in de lente ook meer op. In de halfschaduw voelt de gele leylandii zich echter ook prima op zijn gemak. Hij kan op bijna iedere bodemsoort staan die goed gedraineerd is. Coniferen houden namelijk absoluut niet van natte voeten. Door zijn iets langzamere groei hoef je de gele leylandii wat minder te snoeien dan de groene variant, maar je moet het snoeien wel goed bijhouden. De takken mogen namelijk nooit verder ingesnoeid worden dan ze groen zijn, omdat ze dan niet meer zullen uitlopen.