De rode beuk (Latijn: Fagus sylvatica ‘Atropurpurea’) is een variant van de 'gewone', oftewel groene beuk. Zijn naam heeft hij te danken aan zijn prachtige donkerpaarse bladkleur die de rode beuk een erg chique uitstraling geeft. Hoewel de beuk eigenlijk een bladverliezende haagplant is blijven de dorre bladeren in de winter toch zitten.

De rode beuk zal niet goed kunnen groeien op zeer natte standplaatsen of op zware kleigrond. Op de overige grondsoorten in de zon of halfschaduw zal de rode beuk echter prima gedijen. De rode beuk heeft al in de lente prachtig gekleurde bladeren en in de herfst zullen deze bovendien mooi verkleuren. Nadat de bladeren dor zijn geworden vallen ze echter pas in de lente van de rode beuk af. Dan worden ze gelijk vervangen door nieuw gebladerte. De rode beuk groeit ongeveer 30-60 cm per jaar en kan het best in de late lente gesnoeid worden.